De Europese Unie scherpt haar digitale wetgeving verder aan. Naast de bestaande verplichtingen uit de Digital Services Act (DSA) en de Digital Markets Act (DMA), komt er een nieuwe categorie bij: aansprakelijkheid voor financiële oplichting op socialemediaplatforms. Hiermee wil de EU de toenemende online fraude tegengaan, met name via advertenties en misleidende posts op platforms zoals Facebook, Instagram en YouTube.
Van schadelijke content naar financiële bescherming
Socialemediaplatforms zijn al verplicht om illegale content te verwijderen en om gebruikers – vooral jongeren – te beschermen tegen schadelijke inhoud. Nu wordt daar een nieuwe verantwoordelijkheid aan toegevoegd: het actief tegengaan van financiële scams.
Fraudeurs gebruiken socialemedia steeds vaker om realistisch ogende advertenties, posts of nepaccounts te verspreiden die consumenten misleiden. Denk aan:
- nepbeleggingskansen met snelle winstbeloften;
- phishingcampagnes waarbij banken of overheidsinstanties worden nagebootst;
- advertenties die leiden naar frauduleuze webshops;
- influencers of bots die onbestaande producten promoten.
Volgens Europese wetgevers mag socialemedia geen “broedplaats voor oplichting” meer zijn. Daarom zullen platforms juridisch aanspreekbaar worden als zij oplichters onvoldoende aanpakken.
Discussie: wie is verantwoordelijk – banken of socialemedia?
Tijdens het wetgevingsproces ontstond een felle discussie binnen het Europees Parlement. Sommige parlementsleden vonden dat vooral banken hun klanten beter moeten beschermen tegen fraude. Uiteindelijk werd gekozen voor een gedeelde verantwoordelijkheid:
| Situatie | Verantwoordelijk |
|---|---|
| Bank heeft onvoldoende beschermingsmechanismen | De bank moet de schade vergoeden |
| Klant is opgelicht via een scam die zich voordoet als de bank | De bank is aansprakelijk |
| Er zijn betalingen uitgevoerd zonder toestemming van de klant | De bank is aansprakelijk |
| Een scam is gemeld maar blijft op het platform actief | Het socialemediaplatform is aansprakelijk |
Met andere woorden: als een fraudeur actief blijft op socialemedia nadat hij gemeld is, kan de bank de schade verhalen op het platform. In zo’n geval moet bijvoorbeeld Meta de financiële schade aan de bank terugbetalen.
Twijfels en kritiek vanuit de techsector
Grote Amerikaanse technologiebedrijven reageren kritisch. Volgens belangenverenigingen uit de sector leidt de nieuwe wetgeving tot:
- een complex en mogelijk onduidelijk juridisch kader;
- druk om constant toezicht te houden, wat zou kunnen botsen met het verbod op algemene monitoring uit de DSA;
- risico’s voor over-regulering van online advertentieplatformen;
- belemmering van innovatie binnen de EU-markt.
Er wordt gewaarschuwd dat deze wetgeving mogelijk contraproductief kan uitpakken als platforms verplicht worden om elk stukje content actief te controleren – iets dat technisch nauwelijks haalbaar is zonder grootschalige geautomatiseerde moderatie.
Waarom de EU toch doorzet
Ondanks de kritiek blijft de EU bij haar standpunt. De snelle ontwikkeling van AI en de opkomst van geavanceerde social engineering zorgen ervoor dat online oplichting makkelijker, onzichtbaarder én schaalbaarder is dan ooit.
Volgens Europese wetgevers is daarom een stevig wettelijk kader noodzakelijk – niet alleen voor consumentenbescherming, maar ook om digitale platformen te dwingen hun verantwoordelijkheid te nemen in het bestrijden van oplichting.
Wat betekent dit concreet?
- Socialemediaplatforms moeten proactief frauduleuze content detecteren en verwijderen.
- Gemelde scams mogen niet blijven rondgaan – anders ontstaat aansprakelijkheid.
- Banken blijven verantwoordelijk voor hun eigen beveiligingssystemen, maar kunnen schade verhalen op platforms als die nalatig zijn.
- Scammers die zich voordoen als banken vallen direct onder bankverantwoordelijkheid.
- Transparantie en rapportageplicht over fraudebestrijding zullen worden aangescherpt.
Een shift in de digitale verantwoordelijkheid
Deze wetgeving markeert een verschuiving in hoe de EU naar online veiligheid kijkt. Niet alleen gebruikers, maar ook bedrijven moeten actief bijdragen aan de bestrijding van digitale oplichting. Socialemediaplatforms veranderen hierdoor van neutrale “technologische tussenpersonen” naar mede-verantwoordelijke actoren in de strijd tegen financiële criminaliteit.
Door: Drifter
Aanbevolen Reacties
Er zijn geen reacties om weer te geven.
Log in om te reageren
Je kunt een reactie achterlaten na het inloggen
Login met de gegevens die u gebruikt bij softtrack